Terugblik van Dhr. A.E. de Boer

DE NAOORLOGSE OFFICIERS-OPLEIDINGEN IN HET VML.NED.OOST-INDIE.

De 1e cursus aan de S.R.O.I te BANDOENG ( 1946-1947 )

 

  1. INLEIDING.

 

 

Reeds kort na de wederoprichting van de strijdkrachten en de daarop volgende inzet van diverse K.N.I.L.-bataljons en andere kleinere eenheden in het vml.N.O.I., deed zich het te kort aan goe dopgeleide jongere officieren voelen, in het bijzonder voor de functies van pelotons- en compagniecommandant. Ook bij de K.L.-eenheden in het bijzonder bij de O.V.W.-bataljons, toch eerst zeer kort en min of meer volledig geëncadreerd uit Nederland vertrokken en vanaf maart/april1946 ingrote getale op java en Sumatra ingezet,deed zich het te kort aan pelotons- en compagniecommandanten voelen, niet alleen door de vrij hoge verleizen geleden in deze rangen,maar ook door vele andere oorzaken,waar in dit bestek niet verder op zal worden ingegaan.

Hierdoor genoodzaakt werden de eerste advertenties in juni/juli1946 inde diverse bataljons- en garnizoensorders en ook in vele regionale dagbladen gepubliceerd,warbij door de legerleiding een officiersopleiding werd opengesteld voor alle militairen, die waren ingedeeld bij een van de in het vml.NOI. aanwezige bataljons of andere eenheden en die konden bogen op een zeer goede ( gevechts ) ervaring en idem dienstpresentatie.

Het voordeel was,dat reeds goed opgeleide en ervaren militairen de opleiding van +/- 10 maanden tot dienstplichtig vaandrig/onderluitenant zouden volgen. Ook het tweede punt in de betrokken advertentie was heel belangrijk. Hierin stond namelijk, dat degenen die in de praktijk goed voldeden,overgenomen kon den worden in beroepsdienst na een daartoe strekkend request. Dit was mogelijk zowel bij de de K.L als bij het K.N.I.L. Dit betekende in de praktijk,dat het om +/- 20 % van de inopleiding genomen cursisten ging.

De a.s cursisten kwamen voort uit zowel beroeps- als dienstige militairen en uit militairen die rangen bekleden vanaf soldaat tot adjudant. Hierbij dient naast de oorlogsvrijwilliger van de K.L genoemd te worden de oorlogsvrijwilliger van het K.N.I.L.

Deze,laat mij ze noemen “ indische oorlogsvrijwilligers “ van na W.O II, waren veelal jongeren, die na de capituliatie van Japan en na de uitroeping van een onafhankelijke Republik Indonesia en de daardoor ontstane excessen, i.h.b. de “ bersiap “ – periode op vrijwillige basis in dienst traden ter bescherming van vaak eigen huis en haard en om orde en rust te helpen herstellen.